zaterdag 13 oktober 2012

Gezellig duurzaam, deel 2: Hoera voor CO2!

Nu de ochtenden weer wat frisser worden begin ik langzaam mijn kachel onder de knie te krijgen. Hij is destijds aangeschaft om twee redenen: ten eerste omdat hij buitengewoon efficiënt is in het verbranden van hout en ten tweede omdat hij er mooi uitziet. Voor sommige waarden van mooi, natuurlijk. Als je houdt van veel versieringen en krullerige lijnen, dan is-ie foeilelijk. Houd je echter meer van rechte, strakke lijnen dan is-ie prachtig. (Voor wie nieuwsgierig is naar de esthetiek van mijn huiskamer, het is een Stuv 16 cube)
Het voordeel van die efficiënte verbranding is dat je minder houdt nodig hebt om je kamer warm te stoken. Een ander voordeel is dat het houdt bijna volledig verbrandt, wat wil zeggen dat het hout grotendeels wordt omgezet in waterdamp en CO2. En CO2 is, in dit verband, goed. De boodschap dat CO2 slecht is is er zo ingehamerd (en terecht) dat je bijna gaat vergeten dat zijn kleine broertje koolmonoxide ook geen lieverdje is.
Adem teveel koolmonoxide in en de sterft.
Je moet er vrij veel van binnenkrijgen, dat is waar, maar in de dagen dat Nederland zich warmde aan gaskachels kwam het regelmatig voor dat mensen, die indommelden bij een gaskachel waar een kleinigheidje mee mis was, nooit meer uitdommelden.
Hoera voor CO2, dus.
Ook al omdat er bij volledige verbranding maar weinig roet vrijkomt. En roet is niet goed. Ik woon in een buurt waar vrij veel mensen een open haard hebben. Op de mooie, heldere, vrieskoude nachten hangt er in mijn straat soms een dichte mist, die geen mist is - zelfs geen smog - maar pure rook. Op de traditioneel gezellige winteravonden - kerst, Sinterklaas, oudjaar - kan een asthma-lijder zich beter niet buiten wagen in onze buurt.
Roet is een moordenaar.
Het is de oorzaak van schoorsteenbranden, maar dat is klein bier. Het spul is kankerverwekkend en er zijn verbanden gevonden met hart- en vaatziekten. Wie hout wil stoken (en heel veel mensen willen dat; hun aantal zal over een jaar of tien explosief toenemen, want dan is de gasbel in Slochteren leeg en dan moet Nederland aardgas importeren, met alle gevolgen vandien voor de prijs) kan maar beter zorgen dat hij een zo volledig mogelijke verbranding weet te realiseren. Of leren leven met de gedachte dat je een moordenaar bent, natuurlijk. Een moordenaar van je eigen familie en buren, welteverstaan, want de meeste roet die je uitstoot komt bij jou in de buurt weer naar beneden.
Een kleiner deel verdwijnt de atmosfeer in, wara het dingen doet met ons klimaat.
Helaas is nog niet duidelijk wélke dingen.
Roet kan fungeren als condensatiekern en speelt dus een rol bij de vorming van wolken en regen. Regen is goed, natuurlijk, want waterdamp is een broeikasgas en alle waterdamp die als regen neerslaat is niet langer bezig met het opwarmen van de aarde.
Een deel van de waterdamp slaat echter neer als sneeuw, en sneeuw met roetdeeltjes erin is niet volmaakt wit. En absorbeert meer zonnewarmte. En smelt sneller. En dat is allebei jammer, want het weerkaatsend vermogen van sneeuw (de albedo) sp[eelt een belangrijke rol in het klimaatsysteem van de aarde.
Ook wolken spelen een belangrijke rol: ze kunnen het aardoppervlak warm houden ('s nachts) of juist koel (overdags).
Kortom: roet en klimaat, daar is het laatste woord nog lang niet over gezegd.
En dat hoeft ook niet. Wie maakt zich druk om het klimaat, terwijl hij bezig is zijn eigen familie om zeep te helpen?
Roet is niet goed. Volledige verbranding wel. Hoera voor CO2!
Mijn kachel is niet alleen, efficiënt, maar ook mooi. Het design van de kachel heeft jammer genoeg ook nadelen: als het hout erin niet goed brandt, is dat makkelijk aan te passen door er wat hout bij te gooien of even in de boel te poken.
En dat is niet aan te raden, bij de Stuv, want zodra je het raampje opendoet wolkt er dikke, vieze rook de kamer binnen.
Als de kachel schoon brandt heb je dat probleem niet, maar ja, dan hoeft het deurtje niet zo vaak open.
Inmiddels, nu ik 'm bijna een jaar heb, kan ik mijn kachel zó stoken dat ik niet meer hoef te rommelen en poken.
Tien maanden, minus vijf maanden zomer en lente, is vijf maanden. Dat is de tijd die ik nodig heb gehad om mijn kachel onder de knie te krijgen. Ik was geen onervaren stoker - jarenlang wist ik in een handomdraai een mooie fik te krijgen in onze open haard - maar elke kachel is anders en geen twee schoorstenen trekken hetzelfde. Ook voor zoiets simpels als het aansteken van een houtvuurtje geldt weer: You haven't learnt it if you haven't actually done it. En ik kan daaraan toevoegen: je hebt het pas goed geleerd, als je het heel vaak hebt gedaan.

Toen ik me vanmorgen neerzette bij de kachel, met mijn laptop en een kopje thee, had ik eigenlijk willen schrijven over de duurzame kanten van een kopje thee. Een inleidende opmerking over mijn houtkachel liep echter zodanig uit de hand, dat u de kop thee van mij tegoed moet houden. Volgende week dus nog meer gezelligheid!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten